jacq's recensies: de jeugdzorg als supermarkt

27.9.03

de jeugdzorg als supermarkt

De jeugdhulpverlener komt bij de mensen thuis, tegenwoordig. In de provincie Limburg draaiden de afgelopen jaren vijf experimentele projecten. Insteek: intensieve thuisbegeleiding van kinderen en jongeren met problemen. Niks vertrouwd groepen begeleiden op het internaat. ‘Aanbellen en wachten tot je binnen mag’.

Het afgelopen jaar was voor de jeugdzorg in Limburg een moeilijk jaar. Vorig jaar zomer kwamen in Venlo door een brand zes kinderen om het leven. Het gezin was bekend bij Bureau Jeugdzorg. Nog dezelfde dag nam men daar zelf het initiatief tot een onderzoek naar de betrokkenheid bij het gezin. ‘Niet om de handen in onschuld te wassen, maar om helder te krijgen wat gedaan en gelaten is’, aldus de Raad van Toezicht in de media.

spitsroeden
De jeugdzorg heeft het niet gemakkelijk. Van huis uit al niet - over een begrip als ‘het belang van het kind’ kan men eeuwig bomen. En zeker de laatste jaren zijn er een paar schrijnende zaken in de belangstelling geweest die de maatschappelijke discussie over te vroeg of te laat ingrijpen enorm hebben aangewakkerd. Het is spitsroeden lopen. Je mag beslist niet te bevoogdend zijn als hulpverleningsinstantie. Maar dan loop je weer het risico nalatig te worden.

meer thuis
Terug naar het Limburg van vóór Venlo. In 1998 begon het Innovatieprogramma Jeugdzorg Limburg. Kinderen met problemen moet je niet uit het gezin halen en isoleren in een internaat, vond men. Ze moeten na hun behandeling immers toch (meestal) weer terug naar huis. Kortom: minder behandelingen in de instelling en méér in de thuissituatie, dat was dus het doel. Aan de Limburgse instellingen voor jeugdzorg werd gevraagd om nieuwe methodieken te bedenken. Tussen 1999 en 2002 zijn vijf experimentele projecten opgezet en uitgevoerd. Over elk van die methodieken is een boekje gemaakt. De serie Jeugdzorgmethodieken bestaat uit de titels Jeugdhulp Thuis, Multi Functioneel Aanbod, Intensief Orthopedagogische Gezinsbehandeling, Gezinsbehandeling en Gezinsdagbehandeling.

knikkende knieën
Er waren wel een paar voorwaarden. De hulp moest vraaggestuurd zijn, gericht zijn op empowerment én in samenwerking en samenhang met anderen vorm krijgen. Dit nieuwe paradigma verschilt nogal van het oude. Vroeger was het de professional die het probleem definieerde, de oplossing bedacht en verantwoordelijk was voor de gang van zaken. Bij ‘vraaggestuurde zorg thuis’ gaat het niet langer om de professional maar om de cliënt. Die geeft zélf aan wat het probleem is, bedenkt de oplossing en blijft verantwoordelijk voor de eigen situatie. ‘Wij zijn de supermarkt met producten, waar de klant kan komen halen wat hij nodig denkt te hebben’, omschrijft een Limburgse gezinsmedewerker, die vroeger groepswerker was, de ommezwaai. Klinkt simpel. Maar in werkelijkheid is er toch wel even een drempel. Letterlijk. ‘Met knikkende knieën naar de eerste cliënt. Een wat onzeker gevoel als je voor de deur staat en aanbelt als gast, in tegenstelling tot de leefgroep waar de ouders naar jou toekomen. Aanbellen, wachten tot je binnen mag’.

navelstaren
Het valt te begrijpen: in ‘het veld’ te Limburg zag niet iedereen het nut van de vernieuwing direct zitten. De brochure die de reeks begeleidt, heeft niet voor niets de titel Van scepsis naar enthousiasme meegekregen. Want het experiment lijkt aardig gelukt. De vijf modelprojecten maken inmiddels deel uit van het reguliere aanbod. Veertien procent van de traditionele residentiele capaciteit is vervangen door een vorm van intensief ambulante hulp aan kinderen en jongeren waarbij uithuisplaatsing dreigde. Daarnaast blijkt het zorgaanbod voldoende effectief. Minder positief: de hulpverlening blijft een gebeuren van eilandjes. Want met name het speerpunt intersectorale samenwerking kwam tot dusver onvoldoende uit de verf. Zelfs innovatieve hulpverlening kan de neiging tot navelstaren maar met moeite onderdrukken, dus.

geen samenhang
Dat geldt helaas ook voor de serie boekjes erover. Los van elkaar bezien zijn het vijf aardige boekjes. Maar de samenhang tussen de vijf voorbeeldprojecten – zo die er al is – wordt nergens helder. Lijken sommige methodieken niet heel erg op elkaar? En bestaan deze methodieken nu desondanks gewoon naast elkaar? Gaan ze ooit nog mengen? Is de ene aanpak beter dan de andere? Dat soort essentiële vragen frustreert na een boekje of drie. En na het lezen van vijf methodiekbeschrijvingen krijgt de lezer zelfs een ingeving: deze mensen zouden eens allemaal met elkaar om tafel moeten gaan en sámen iets moeten bedenken!

afgerekend
Vijf aardige boekjes, dat dus wel. Met mooie invullingen van al bijna weer lege termen als ‘de regie bij de ouders’ en ‘vraaggestuurd werken’. Prachtige praktijkvoorbeelden ook, van hoe empowerment onvermoede krachten in het gezin losmaakt. Toch blijft er iets zeuren wat altijd zeurt als het over jeugdzorg gaat. De kans op bevoogding is met deze manier van werken minimaal. Maar hoe zit het met de kans op nalatigheid, als je de regie nadrukkelijk bij de ouders wilt houden? Worden foute ouders nog wel eens ergens op afgerekend in de supermarkt die jeugdzorg heet? En dus: hoe zit het met het belang van het kind? Nou ja, zoals we dus al zeiden: de jeugdzorg heeft het niet gemakkelijk.

Jo Meijers, Multi Functioneel Aanbod. Hoe simpele dingen moeilijk kunnen zijn. Hoe moeilijke dingen simpel kunnen zijn. Amsterdam, Uitgeverij SWP, 2002, 95 blz., ……. isbn 90 6665 491 0.

Mariëtte van Brandenburg, Marieke Puts, Intensieve orthopedagogische gezinsbehandeling. Een methodiek. Amsterdam, Uitgeverij SWP, 2002; 140 blz., …. isbn 90 6665 492 9.

Fons Verdonck, Resi Heck, Gezinsbehandeling. Met het gezin op zoek naar nieuwe wegen. Amsterdam, Uitgeverij SWP, 2002; 63 blz., ………. . isbn 90 6665 497 X

Carla Zuthof, Christianne Albertz, Rachel Pannemans, Macheld Gudde, Gezinsdagbehandeling. Herstel van hiërarchie. Amsterdam, Uitgeverij SWP, 2002; 92 blz., ……… isbn 90 6665 517 8.