't belang van het kind is een lege huls
[Anne Bouw, Lonneke van Dijk, Verantwoord beslissen. Besluitvorming binnen de gezinsvoogdij]
Wordt je kind uit huis geplaatst, ja of nee? Het is maar net welke gezinsvoogd je zaak behandelt. De beslissingen van gezinsvoogden zijn een uiterst subjectieve aangelegenheid, blijkt uit Verantwoord beslissen, een onderzoek naar besluitvorming binnen de jeugdvoogdij. Dat moet anders. Met duidelijker criteria, meer discussie en een betere rapportage.
Het is ook niet makkelijk om gezinsvoogd te zijn. Begin dit jaar is met hun werkgevers afgesproken dat jeugdbeschermers per jaar íets minder cliënten hoeven te 'doen'. Op jaarbasis hoeven ze dus iets minder beslissingen te nemen, over ondertoezichtstellingen en terugplaatsingen. Maar dan nog hebben gezinsvoogden het druk. Heel druk. Afgezien daarvan zijn de situaties waarin de gezinsvoogd zijn werk moet doen, erg divers en ingewikkeld. Een gezinsvoogd werkt bijna altijd met multi problem-gezinnen. Bovendien wordt van hem verwacht dat hij een (vaak ingrijpend) oordeel velt over het opvoedingsgedrag van de ouders en het belang van het kind. Dat is lastig. Er zijn namelijk nauwelijks criteria en richtlijnen. ‘Het belang van het kind’, bijvoorbeeld, is vooral een mooi gezegde. In de wet is dit begrip met opzet opengelaten, zodat het ruim en variabel kan worden toegepast. Dat blijkt: zowel de literatuur als de praktijk wijzen uit dat het belang van het kind een uitermate váág begrip is, dat verschillend geïnterpreteerd en ingevuld wordt. Daar komt nog iets bij. In de actuele praktijk heeft de gezinsvoogd weinig contact met het gezin waarover hij uitspraken moet doen. Daardoor is hij vaak afhankelijk van de informatie die andere hulpverleningsvoorzieningen over het gezin naar buiten brengen. Neem dan maar eens een gefundeerde en afgewogen beslissing. Dat lukt dus niet. Helemaal niet zelfs. In de literatuur bekritiseert men geregeld de subjectieve en inconsistente beslissingen van gezinsvoogden. Onderzoek ondersteunt die kritiek: gezinsvoogden nemen uiteenlopende beslissingen wanneer zij dezelfde zaken beoordelen. Bovendien wordt er zelden geëxpliciteerd waarop gezinsvoogden hun beslissingen baseren. Het is dan ook vaak onduidelijk welke invulling zij aan het belang van het kind hebben gegeven.
vernietigend
Dat is dan helder. Toch besloten de pedagogen Anne Bouw en Lonneke van Dijk tot nóg een onderzoek. Niet zomaar - de Stichting Jeugd en Gezin Noord-Holland vroeg hen de eigen instelling eens door te lichten op ‘het nemen van beslissingen in het belang van het kind’. Vast geen toeval dat dit nu juist de SJG is waarvan Ed Oudejans directeur is. Die schreef onlangs zélf al een doorwrocht maar tamelijk vernietigend boek over de jeugdzorg. De kinderbescherming is een methodisch weinig doordachte werksoort, stelde hij in Een reus moet leren bukken. De werkwijze van jeugdbeschermers is weinig systematisch en al net zo weinig transparant, voegde hij daaraan toe.
subjectief
Een directeur annex opdrachtgever die niet blij is met het eigen werkveld. En eerder onderzoek dat ook al niet onder de indruk is van de beslissingen van gezinsvoogden – laat ons raden naar de uitkomsten van het onderzoek van Bouw en Van Dijk. Inderdaad: ook bij de Stichting Jeugd en Gezin Noord-Holland doen de gezinsvoogden het niet onverdeeld goed, zo bleek. De 27 geselecteerde gezinsvoogden en staffunctionarissen werden geconfronteerd met drie casussen over fictieve pupillen. Daarbij draaide het om de vraag: moet de pupil wel of niet worden verplaatst? De verplaatsingsbeslissingen die het panel nam, waren uitermate subjectief. Bovendien expliciteerden ook deze gezinsvoogden hun beslissingen niet of nauwelijks.
rapportage
Kous af? Voor Bouw en Van Dijk niet - zij voegden aan hun onderzoek een zogenaamde ‘planfase’ toe. In groepsdiscussies deden de panelleden aanbevelingen die ervoor moeten zorgen dat het nemen van beslissingen in de toekomst explicieter en minder subjectief gebeurt. De panelleden pleitten voor (verplichte) themamiddagen voor kennisoverdracht en informatie-uitwisseling. Ook opener communicatie binnen en buiten de instelling werd belangrijk gevonden. Verder moet er vaker worden gediscussieerd over specifieke gevallen en moet de rapportage beter. En trainingen waarin gezinsvoogden leren hoe je een argumentatie goed kunt opbouwen en verwoorden, zijn ook belangrijk.
geen tijd
Er was ook minder goed nieuws. Want toen het panel was aanbeland bij de discussie over de uitvoerbaarheid van het plan, was hun conclusie somber doch voorspelbaar: momenteel ontbreekt het gezinsvoogden aan tijd om mee te werken aan het bewerkstelligen van verbeteringen. Laat staan om ze ook nog eens uit te voeren. We hadden het kunnen weten. Sprak directeur Oudejans in zijn eigen boek niet al over ‘bureaucratische protocollen waarin alles wordt verantwoord wat gezinsvoogden, voogden of jeugdreclasseringswerkers zouden hebben gedaan als ze de tijd hadden gehad om dat te doen’? We blijven wat verslagen achter na het lezen van Verantwoord beslissen. En ook wat geïrriteerd. Wat hebben we nu precies geleerd? En wat is het nieuws? Want laten we wel wezen: we wisten natuurlijk allang uit eerder onderzoek dat de gezinsvoogdij het niet goed doet. En we wisten ook al dat gezinsvoogden het druk hebben. Héél druk zelfs.
Anne Bouw, Lonneke van Dijk, Verantwoord beslissen. Besluitvorming binnen de gezinsvoogdij. Amsterdam, Uitgeverij SWP, 2002; 144 blz., € 17,-. isbn 90.6665.465.1
Ed Oudejans, Een reus moet leren bukken. Leiding geven aan gezinnen als jeugdbeschermingsmethodiek. Amsterdam, Uitgeverij SWP, 2002; 176 blz., € 17,50. isbn 90.6665.451.1.