jacq's recensies: alles is adoptie maar adoptie is niet alles

13.8.04

alles is adoptie maar adoptie is niet alles

[Dido Michielsen, Wennen & hechten. Een handreiking voor adoptiegezinnen]

Adoptie gaat niet over. De twijfels en vragen van adoptie-ouders daarom ook meestal niet. Wennen & hechten gaat over de sociaal-emotionele kanten van adoptie.

Haar eigen oudste adoptiedochter wierp zich een maandlang huilend op de bank als ze terugkwam van de basisschool. Discriminatie? Moe? Of … of tóch omdat adoptiekinderen soms moeilijk contact leggen met leeftijdsgenoten? Wel, als je een beetje je best doet, is alles terug te voeren op adoptie, stelt Dido Michielsen in de inleiding van Wennen & hechten met enige ironie. Die gepreoccupeerdheid met de speciale achtergrond van het geadopteerde kind is logisch, vindt ze. En vaak ook zinvol – geadopteerde kinderen hebben nu eenmaal een fundamenteel andere basis dan het gewone doorsnee-kind dat bij zijn biologisch ouders opgroeit.

geen bodem
Dus eerst nog verwijst Michielsen keurig naar Bowlby, verplichte kost bij elk gesprek op niveau over adoptie. Zijn hechtingstheorie heeft immers veel van het denken over adoptiekinderen bepaald. In ons land trad de Nederlandse hoogleraar Van IJzendoorn in zijn voetspoor - onder meer bekend door zijn onderzoeken naar de gehechtheid van tbs-gestelden. Dan krijgen we het verhaal dat we al zo lang kennen: kinderen die tevergeefs huilen, verliezen uiteindelijk het vertrouwen in hun omgeving. Na enkele dagen vervallen ze al tot wanhoop en passiviteit. En na enkele weken al heeft de onthechting plaatsgevonden. Zie hier het ‘geen bodem-syndroom’ dat van toepassing zou zijn op zeer veel adoptiekinderen die immers over het algemeen niet zo’n gunstige start in het land van herkomst maakten.
Hechting die niet heeft plaatsgevonden in die cruciale periode dat dat moest gebeuren, kan dus later niet meer worden ingehaald, zo is de algemene gedachte. Maar daarbij zet Michielsen – ‘Ik ben geen deskundige, ik ken er wel veel ‘- haar vraagtekens. En ze staat daar volgens eigen zeggen niet alleen in. De ‘nieuwe school’ verwijst het bodemloze put-idee resoluut naar de prullenbak. Want je kunt ook getraumatiseerde kinderen nog leren om zich veilig en geborgen te voelen, is het idee. Daar zijn inmiddels ook enkele behandelmethoden voor ontwikkeld. ‘Holdingtherapie’ bijvoorbeeld, schrijft Michielsen. Maar die omstreden methode kennen we nog maar al te goed van zo’n twintig jaar, toen die nog wel eens door wanhopige ouders werd gebruikt bij autistische kinderen. Weinig goeds van gekomen.

herkenning
Jammer dat de wetenschappelijke kant van het verhaal niet wat beter uit de verf komt in dit boek. Want op zich is het natuurlijk interessant om onderhand eens een wat positiever tegengeluid te horen. Wennen & hechten is anderzijds vast niet bedoeld als het nieuwste standaardwerk op het gebied van adoptie. Als wat dan wel? "Adoptie-ouders missen lotgenoten en voorbeelden om hen heen; andere gezinnen worden daar constant door omgeven", zei een therapeute ooit tegen Michielsen. Dit boek heft dat gemis een beetje op. Het is hoogstwaarschijnlijk een feest der herkenning voor adoptie-ouders.

Dido Michielsen, Wennen & hechten. Een handreiking voor adoptiegezinnen. Amsterdam, Uitgeverij SWP, 2004; 122 blz., € 16,-. isbn 90 6665 539 9