jacq's recensies: psychologen zijn de baas van ouders

13.8.04

psychologen zijn de baas van ouders

[Janneke Wubs, Luisteren naar deskundigen. Opvoedingsadvies aan Nederlandse ouders 1945-1999]

Vroeger werden kinderen opgevoed tot eerzaam burger. Maar na 1970 was het advies: zorg dat je kind gelukkig wordt. Vrijheid alom voor ouders, dus? Janneke Wubs analyseerde de naoorlogse opvoedingsadviezen in Luisteren naar Deskundigen, van Gordon tot Bill Cosby. En is sceptisch. ‘De ontwikkelingspsychologie is heel erg de baas geworden.’

Murat D. stond voor de rechter, nét op de dag dat psychologe Wubs haar proefschrift verdedigde. Eén van haar stellingen werd ineens zeer betekenisvol. Het terugkerende debat over opvoeding en goede opvoedingsondersteuning, stelde Wubs, wordt te véél gestuurd door angst voor maatschappelijke onrust, en te wéinig door bewogenheid met kinderen en hun ouders. ‘Ja, er gebeuren heel verschrikkelijke dingen’, zei ze daar zelf een krappe week later over, in het RVU-radioprogramma Dubbel-O, over onderwijs en opvoeding. ‘Maar als we niks anders doen dan proberen deze problemen te onderdrukken, dan zal het niet werken. Te veel repressie, te weinig oog voor de oorzaken. De opvoedingsdeskundigen hebben altijd gezegd: liefde en leiding. Leiding zonder liefde is botte terreur.’

benjamin spock
Wat leerden opvoedingsdeskundigen hun lezers in de tweede helft van de twintigste eeuw – dat was de leidende vraag waarmee Wubs haar onderzoek in ging. Ze was er vooral nieuwsgierig naar of er in al dat opvoedingsadvies ook processen van psychologisering en individualisering te vinden zouden zijn. Heeft de psychologie als wetenschap meer invloed gekregen? En zijn individuele overwegingen rond opvoeden steeds belangrijker geworden?
Om deze vragen te beantwoorden, analyseerde Wubs 109 populaire opvoedingsboeken. Absolute topper – met grote afstand op de eerste plaats – is het beroemde boek van de Amerikaanse kinderarts Benjamin Spock. Al tien jaar na de uitgave van de eerste druk waren er van Baby- en kinderverzorging en opvoeding twaalf drukken in Nederland verschenen. In 2000 verscheen postuum de 46ste Nederlandse druk. Spocks immense populariteit wordt door andere deskundigen vooral verklaard door zijn beminnelijkheid. Hij was minder bevoogdend dan zijn collega’s. ‘Heb vertrouwen in uzelf’, zo begon Spock zijn eerste hoofdstuk. ‘U weet meer dan u zelf denkt’. Tot de 10 meest populaire opvoedingsboeken behoren ook Thomas Gordon’s Luisteren naar kinderen, waarop ook nu nog succesvolle oudercursussen zijn gebaseerd, en Vaderschap van Bill Cosby, die zijn charisma vooral ontleende aan zijn tv-vaderschap.

eerzame burgers
In de boeken die Wubs analyseerde is een duidelijke tweedeling te zien. Tot in de jaren zestig ging het in opvoedingsadviezen nog veel over het onderscheid tussen goede en slechte eigenschappen, tussen welopgevoed en niet goed opgevoed. Kinderen moesten eerzame burgers worden, anders kwam er van de maatschappij niets terecht. ‘Een ongedisciplineerde jeugd is een ongedisciplineerd volk’, schreef men vlak na de oorlog. Plichtsgevoel en verdraagzaamheid waren belangrijk; eerzucht en ‘het uit de weg gaan van meoilijkheden’ stonden te boek als op te lossen moeilijkheden. Opvallend is dat tot 1960 de groep kinderen van één tot zes jaar geregeld onder de noemer ‘kleuters’ werd samengevat. Later werd die groep wat meer uit elkaar getrokken. Pas in de loop van de jaren tachtig begon het onderscheid tussen dreumesen van één en peuters van twee en drie jaar op te duiken. Dat past, stelt Wubs, bij de algemene tendens dat het advies van deskundigen steeds specifieker wordt – en de boeken dus steeds dikker. Tot 1970 waren deskundigen als het ware docenten in een vak dat het grote publiek nog niet goed kende: de wetenschap van de mens. Zonder hulp van buitenaf konden ouders hun opvoedklus feitelijk niet klaren.
Vanaf 1970 werd het anders. Een nieuwe generatie deskundigen – net van de universiteit af - stond te trappelen. In hun studie hadden ze kennisgemaakt met verlichtere denkbeelden uit Amerika. Het verschil was grot. De nieuwe auteurs presenteerden hun adviezen niet langer als iets dat ouders beslist nodig hebben, maar als iets dat bij gelegenheid van pas kan komen. Een handige verzameling ‘feiten, weetjes en tips’, zo heette het vanaf die tijd. De deskundigheid van professionals was niet langer per definitie superieur. Zorg dat je kind gelukkig wordt, zo is het devies van de deskundigen van na 1970 samen te vatten. Ouders kunnen zelf wel beslissen wat ze belangrijk vinden, leken de deskundigen te willen zeggen – wij als deskundigen geven die ouders slechts wat psychologische kennis over kinderen.

veel etiketten
De vrijheid, blijheid die deze ontwikkeling suggereert, is maar zeer relatief. De ontwikkelingspsychologie is heel erg de baas geworden in het ‘adviesgebeuren’, stelde Wubs in het RVU-interview. ‘Of het kind zich normaal ontwikkelt, is belangrijk geworden. Als het daarvan afwijkt, dan is het niet goed.’ Dat wordt alleen maar erger: Wubs verwijst naar de vele etiketten die kinderen krijgen bij afwijking van het normale. ‘De normale ontwikkeling, dat wordt een prestatie op zich.’PPsychologisering: ja, individualisering: niet echt, dus – zo is de conclusie van Luisteren naar Deskundigen kort samen te vatten. Het boek biedt afgezien van de doorwrochte analyse een prachtig overzicht van zo’n vijftig jaar opvoedingsadviezen. Mooi stukje geschiedenis, heel leuk voor later.

Janneke Wubs, Luisteren naar deskundigen. Opvoedingsadvies aan Nederlandse ouders 1945-1999. Assen, Koninklijke Van Gorcum B.V., 2004. 316 blz., isbn 90 232 4028 6