de heilzame werking van een krokodil
[Reinalda Kerseboom, Vertel mij wat. Kinderen helpen met verhalen]
Het vertellen van met zorg uitgezochte verhalen kan een kind helpen om anders te kijken naar ingewikkelde zaken op zijn levenspad. Ook taboe-onderwerpen worden op deze manier bespreekbaar. Vertel mij wat geeft inzicht in de functie van het verhaal, én tips voor zelf verhalen maken.
‘Ik wou dat ik lief kon zijn’, sprak Krook. ‘Maar dat kan nooit, want ik ben gemeen.’ Het lieveheersbeestje keek heel verbaasd. ‘Hoe kom je daar nu bij’, zei ze. ‘Ik heb nog nooit gehoord van iemand die niet lief kan zijn.’ ‘Ik kan het echt niet’ antwoordde Krook. ‘Ik wou dat ik een lieveheersbeestje was’. En de krokodillentranen stroomden over zijn krokodillenwangen.
Dit stukje komt uit Het ongelooflijke verhaal van de krokodil die dacht dat hij niet lief kon zijn. Speltherapeute Kerseboom schreef het verhaal voor een zesjarig jongetje, dat door zijn leerkracht werd aangemeld wegens lastig en agressief gedrag. Hij stond bekend als ruziemaker. Inderdaad: in de speltherapie vlogen de autootjes in het rond, dieren vochten en poppetjes sloegen en schopten elkaar. Observatie zet Kerseboom ertoe aan om voor hem het verhaal van Krook, de baldadige krokodil te schrijven. Daarmee gaf ze het kind op een elegante manier correctieve feedback en liet ze hem op een subtiele manier kennismaken met andere emoties dan agressie.
fantasiespel is veilig
Ook bij ingewikkelder problemen van kinderen is het vertellen van verhalen een mooie manier om hulp te bieden. Als er traumatische dingen zijn gebeurd, waarover maar moeilijk te praten valt, bijvoorbeeld. Fantasiespel in het algemeen biedt veiligheid, door het doen-alsof, schrijft Kerseboom. Het spel schept verhulling van het probleem, en dat maakt afstand nemen mogelijk. Zo kunnen moeilijke zaken worden bekeken, besproken en uiteindelijk verwerkt. Datzelfde geldt voor verhalen. De auteur, ook actief NLP’er, verklaart: bij het luisteren naar verhalen – een ander kind of dier in een vergelijkbare situatie als jijzelf – schakelen je hersenen over naar het metafoordomein – en dat zorgt voor een groter ‘mentaal zoekbereik’. Een metafoor kan datgene veranderen wat het kind tot dan toe altijd over zichzelf of over de wereld om hem heen heeft geloofd. Een verhaal kan dus overtuigingen of cognities veranderen. Zo kan het het kind helpen op een andere manier naar zijn problemen te kijken en nieuwe oplossingen te bedenken.
tips aan therapeuten
In Vertel mij wat komt, behalve de theorie van het verhalen vertellen, véél mooi beschreven casuïstiek aan de orde. Kerseboom laat daarin goed zien hoeveel zorgvuldigheid er komt kijken bij het maken van een verhaal voor een kind met een (groot) probleem. Haar verhalen zijn sterk en goed. En ook ontroerend omdat ze steeds zo prachtig zijn toegespitst op de specifieke situatie van het betreffende kind.
In haar slothoofdstuk geeft Kerseboom ook tips aan therapeuten, hulpverleners of leerkrachten die hun behandelwijze willen verbreden. Een verhaal op maat kan ook buiten de speltherapie goed werken, vindt ze. Bijvoorbeeld in hulpverleningssituaties waarin weinig vooruitgang wordt geboekt. Dat lijkt ons beslist waar. En de tips die Kerseboom geeft, zijn leerzaam en concreet. Maar ze wekken ook een beetje de indruk dat iederéén een goed verhaal kan maken, als hij er even voor gaat zitten. Daar geloven we niets van. Zeker omdat juist uit dit boek blijkt dat het een waar ambacht is.
Reinalda Kerseboom, Vertel mij wat. Kinderen helpen met verhalen. Houten, Bohn Stafleu Van Loghum, 2004; 158 blz., € 20,50. isbn 90.313. 4330 7.