jacq's recensies: iedereen roept maar wat over hechting en loyaliteit

19.10.04

iedereen roept maar wat over hechting en loyaliteit

[Mariette Hoogsteder en Simonette de Vriese (red.), Hechting en loyaliteit]

Iedereen denkt dat hij weet wat de begrippen hechting en loyaliteit betekenen. Maar de waarheid is dat ze door elkaar en verkeerd worden gebruikt. Dat schreeuwt om gedegen uitleg. De feiten op een rij in Hechting en loyaliteit.

Maar even snel in het hoofd prenten dan. Bij het begrip hechting hoort de Engelse onderzoeker en therapeut John Bowlby. Hechting komt uit de ontwikkelingspsychologie. De term gaat over de noodzakelijke emotionele binding en afhankelijkheid tussen kind en verzorger(s). Er is geen eenduidige definitie en het begrip blijft zich ontwikkelen. Sinds de jaren tachtig en negentig zijn onderzoekers het statische van hechting gaan relativeren. Hechtingsrelaties blijven zich ontwikkelen. Schade is niet onomkeerbaar.
Loyaliteit komt van de Hongaars-Amerikaanse psychiater Ivan Boszormenyi-Nagy en gaat over de onzichtbare, maar onvoorwaardelijke verbondenheid tussen ouder en kind. Loyaliteit gaat over de verplichting die mensen voelen tegenover gezins- en familieleden en de behoefte om met hen rekening te houden. Door verschillende generaties heen loopt als het ware een boekhouding van verplichtingen en verdiensten.

persoonlijke voorkeur
De meeste verwarring rond hechting en loyaliteit komt doordat mensen ‘er wel eens iets over gelezen hebben’. Men is soms onvoldoende op de hoogte. En als gevolg daarvan roept men maar wat. Hulpverleners houden zich vaak vast aan een sterk verouderd en versimpeld beeld van hechting. Nagy’s oertekst over loyaliteit is schier onleesbaar en wordt dus door niemand gelezen. Gevolgd: hechting en loyaliteit worden veelvuldig slordig, simplistisch en willekeurig gebruikt.
In het boekje Hechting en loyaliteit wordt met veel casuïstiek getoond tot welke problemen dat in de praktijk van het werken met kinderen kan leiden. Zo denken sommigen dat de diagnose ‘reactieve hechtingsstoornis’ betekent dat er geen ontwikkelingsmogelijkheden meer zijn op het gebied van hechting. Dat staat echter nergens op schrift. Vaak worden de termen hechting en loyaliteit inzet van een ideologische discussie waarin deze termen tegenover elkaar worden geplaatst. De hulpverlener die gecharmeerd is van loyaliteit, vindt dat het kind bij de ouders moet blijven. Wie gericht is op hechting roept dat het voor de ontwikkeling van het kind nodig is dat het zich aan een sensitieve opvoeder hecht: plaatsing in een pleeggezin! Het mag duidelijk zijn: veel beleidsbesluiten berusten vaker op persoonlijke voorkeur dan op theorie, zeggen de auteurs. Men gebruikt namelijk alleen die onderdelen van een theorie, die aansluiten bij de eigen visie.

orakelen
Dat moet inderdaad ophouden. Hechting en loyaliteit is een handzaam boekje. Het is fijn geschreven, en toch houd je er het gevoel aan over dat je iets zeer wetenschappelijks hebt zitten lezen. Leuker kunnen we het niet maken. Dus, voor de hulpverlener, therapeut of beleidsmaker die de behoefte voelt te gaan orakelen over hechting danwel loyaliteit - houd uw mond! Lees eerst dit boek. Dat is voor iedereen beter.

Mariette Hoogsteder en Simonette de Vriese (red.), Hechting en loyaliteit. O&O-Cahier 1. Amsterdam, Uitgeverij SWP, 2004;101 blz., € …., . isbn 90 6665 571 2