zwarte buurt komt niet tot leven
[Margalith Kleijwegt, Onzichtbare ouders. De buurt van Mohammed B.]
Journaliste Margalith Kleijwegt ging op huisbezoek in ‘de buurt van Mohammed B’. De belangrijkste conclusie van Onzichtbare ouders: de meeste allochtone ouders in zwarte buurten hebben helemaal niets met de Nederlandse samenleving.
Nog even en het is een trend. Vorig jaar kwam oud Volkskrant-journalist Kees Beekmans met een bundel korte verhaaltjes over het leraarschap op een zwarte school: Eén hand kan niet klapt. En nu dan Vrij Nederland-redacteur Kleijwegt die zich als een ware antropoloog op een subcultuur van de eigen samenleving stort. Eind 2003 woonde ze enige lessen bij over de jodenvervolging op een zwarte vmbo-school in Amsterdam-West. ‘De leerlingen hadden geen idee wanneer de oorlog was of waar die over ging’, schrijft ze in Onzichtbare ouders. ‘Ze gaven sowieso de indruk weinig af te weten van het land waarin ze wonen. Wat ik vreesde was dus waar. Grote groepen allochtone kinderen leven in een totaal andere wereld.’ Vanaf dat moment wilde Kleijwegt weten wie hun ouders waren. Ze ging in januari 2004 voor het eerst bij de gezinnen in de buurt langs. Hun ontvangst varieerde van vriendelijk tot zeer afwerend. Vaak stond Kleijwegt in de stromende regen te wachten tot er werd opengedaan.
niet schokkend
Of al dat gekleum in het portiek echt nodig was, is maar de vraag. Het eindoordeel dat Kleijwegt aan het eind van haar boek geeft, is nauwelijks opzienbarend. De buitenwereld, zo schrijft ze, is voor de meeste allochtone ouders groot en boos. Ze houden zichzelf vaak met moeite staande. Hun kinderen kunnen ze nauwelijks volgen – ze weten niet wat die buitenshuis doen of wie hun vrienden zijn. Kortom: de ouders staan mijlenver af van de Nederlandse samenleving.
Dat zijn geen schokkende conclusies. Sterker nog: dat wisten we toch al wel? Wat is dan de winst van Onzichtbare ouders? Een mooi verslag van binnenuit, wellicht? Niet echt, jammer genoeg. Wellicht komt dat een beetje omdat Kleijwegt dus maar nauwelijks echt toegang kreeg tot het leven in ‘de zwarte buurt’. De jongens, meisjes, vaders en moeders in de verhalen willen maar niet tot leven komen. De vergelijking met Kees Beekmans’ verhalen uit de zwarte klas dringt zich op. Bij deze Theo Thijssen van de eenentwintigste eeuw wilde je steeds maar verder lezen. Dat verlangen ontstaat geen moment bij Onzichtbare ouders. Sterker nog: na een paar hoofdstukken verlang je naar iets van een conclusie, een aanbeveling desnoods. Als we die verhalen maar achter ons mogen laten!
undercover
Die aanbeveling kómt er, aan het eind van het boek. Hoog tijd om het jaarlijkse huisbezoek van de leraar weer in ere te herstellen, vindt Kleijwegt. En de school moet een spil zijn. met een spreekkamer voor de leerplichtambtenaar, een plek voor de taallessen, maatschappelijk werk en overleg tussen iedereen. Wel, daar kunnen we iets mee, Kleijwegt! Misschien moeten we dan de observaties in het vervolg overlaten aan mensen die er echt iets van kunnen. Misschien kan er volgend jaar eens een moedig iemand undercover gaan in de jihad? En daar dan een meeslepend boek over, natuurlijk.
Margalith Kleijwegt, Onzichtbare ouders. De buurt van Mohammed B. Zutphen, Uitgeverij Plataan; 2005; 208 blz., € 14,95. isbn 90 5807 231 2.
Kees Beekmans, Eén hand kan niet klapt, en andere verhalen uit de zwarte klas. Utrecht, Uitgeverij Het Spectrum, 2004; 240 blz., € …. . isbn 90 274 97206.